Dr. Stephanie Rap, mr. Denise Verkroost en prof. mr. drs. Mariëlle Bruning hebben onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor kinderen om te participeren in het jeugdhulpverleningstraject. In het eerste deelonderzoek uit 2016, zijn de participatiemogelijkheden van kinderen zoals neergelegd in wet- en regelgeving beschreven. In het vervolgonderzoek is gekeken naar de participatiemogelijkheden van kinderen in de praktijk. Beide rapporten zijn gepubliceerd op de website van de Universiteit van Leiden.

Tweede deelonderzoek

Het tweede deelonderzoek laat zien dat professionals in de praktijk vinden dat participatie door kinderen in het jeugdhulptraject zinvol en belangrijk is. De leeftijd van het kind blijkt in de praktijk een belangrijke bepalende factor te zijn als het gaat om de vraag of hij in de gelegenheid wordt gesteld om te participeren. Vaak wordt – in navolging van de wet – een leeftijdsgrens van twaalf jaar gehanteerd. De participatiemogelijkheden bij de toegang tot gedwongen hulp lijken beter te zijn dan de participatiemogelijkheden in het vrijwillige kader.

In het vrijwillige kader bestaat onder andere onduidelijkheid over wie het kind informeert over de procedure en hoe en wanneer het kind betrokken moet worden. In geval van – niet bij wet geregelde – drangtrajecten lijken de mogelijkheden van kinderen om te participeren bij de besluitvorming sterk afhankelijk van de organisatie per gemeente en de inzet van de betrokken professionals. In het kader van bepaalde familierecht- en kinderbeschermingsprocedures loopt bij de rechtbank van Amsterdam een langdurige pilot waarbij kinderen van acht jaar en ouder gehoord worden. Het rapport sluit af met uitgebreide aanbevelingen voor het verbeteren van de participatiemogelijkheden voor kinderen in de praktijk en suggesties voor nader onderzoek.